NIEUWS: Het Europese Hof van Justitie versterkt het recht op toegang tot documenten.
Farmaceut 'MSD animal health innovation' / 'Intervet international' wilde publicatie van toxiciteitsstudies voorkomen
– Drie toxiciteitsstudies Bravecto vrijgegeven na uitspraak van het hof
ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer)
MSD Animal Health Innovation GmbH, gevestigd in Schwabenheim (Duitsland), en
Intervet International BV, gevestigd in Boxmeer (Nederland), (beide bedrijven maken deel uit van de "MERCK GROUP", fabrikant van de controversiële behandeling tegen teken en vlooien BRAVECTO), probeerden de publicatie van 3 toxiciteitsstudies van Bravecto via het Europese Hof te voorkomen in een rechtszaak tegen het EMA (Europees Medicijnen Agentschap). Op 22 januari 2020 verwierp de rechtbank al hun argumenten en daarom werden de toxiciteitsstudies ter beschikking gesteld aan de derde partij die al jaren geleden een verzoek daartoe had ingediend.
Naar nu bekend is geworden, is de rechtszaak die de twee bedrijven (onderdeel van de farmareus "Merck") tegen het EMA hadden aangespannen, door hen verloren.
De studies in kwestie zijn na afsluiting van de rechtszaak vrijgegeven aan de verzoeker. De “Access to documents”-zaak (die leidde tot de rechtszaak) werd vervolgens eind juni afgesloten na de publicatie van de drie toxicologische onderzoeken. De uitspraak van de rechtszaak werd gedaan op 22 januari 2020:
Samengevat: Op 22 januari 2020 heeft het Hof van Justitie uitspraak gedaan in twee nauw met elkaar verband houdende zaken betreffende toegang tot documenten van de Europese Unie, namelijk PTC Therapeutics International Ltd / EMA (C-175/18 P) en MSD Animal Health Innovation en Intervet International / EMA Agency (C -178/18 P). In beide gevallen klaagden de aanvragers over het besluit van het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) om derden toegang te verlenen tot documenten met informatie die is ingediend in het kader van de procedure met betrekking tot aanvragen voor vergunningen voor het in de handel brengen van geneesmiddelen.
Het Hof verwierp beide beroepen en maakte duidelijk dat de litigieuze verslagen niet onder een algemeen vermoeden van vertrouwelijkheid vielen. Het wees erop dat een dergelijk vermoeden slechts een optie is voor de betrokken instelling, het orgaan, de dienst of het agentschap, aangezien het de mogelijkheid behoudt om de documenten in kwestie specifiek en individueel te onderzoeken om te bepalen of ze als vertrouwelijk moeten worden beschouwd. Het Hof verduidelijkte ook dat wanneer een EU-autoriteit of een getroffen persoon voornemens is een uitzondering op het recht op toegang tot documenten in te roepen, zij moeten rechtvaardigen hoe de toegang tot die documenten het belang dat door een van de wettelijk voorziene uitzonderingen wordt beschermd, specifiek en daadwerkelijk kan ondermijnen.
De uitspraak van het hof kunt u hier lezen: